Verkeersopstoppingen, gesloten tunnels, overal werken, soms falend openbaar vervoer, gebrekkige inrichtingen voor fietsers, nieuw circulatieplan, nieuwe voetgangerszones… Brussel wordt zelden genoemd als toonbeeld vanwege haar politiek inzake mobiliteit.
Volgens de Amerikaanse site INRIX, staat Brussel in 2015 op de weinig benijdenswaardige vijfde plek in het klassement van de meest dichtgeslibde Europese steden. De lijst wordt aangevoerd door Londen, Stuttgart, Antwerpen en Keulen. Gezien alle verkeersproblemen dit jaar, zou het niet verwonderlijk zijn, mocht Brussel in de editie 2016 een paar trappen stijgen in dit klassement.
In 2015 zat een pendelaar gemiddeld 70 uur achter zijn stuur in het Brusselse verkeer. In een stad zoals Brussel zou 30% van alle verkeersellende veroorzaakt worden door bestuurders op zoek aar een parkeerplaats. Volgens FEBIAC zou men elk jaar over een gecumuleerde lengte op schaal van het land liefst 250 kilometer nieuwe parkeerplaatsen moeten bijbouwen om een antwoord te bieden aan de verhoging van het aantal voertuigen in het verkeer.
Tegen 2020 zou Brussel Hoofdstedelijk gewest een netwerk van 80 kilometer beveiligde fietspaden moeten creëren. Een breed debat over de uitbreiding van het metronetwerk kondigt zich aan, terwijl het onderhoud van de tunnels nog steeds brandende actualiteit is. De voetgangerszone in het hart van Brussel schudt de mobiliteitskaarten doorheen en zet aan tot volledig herdachte transportmodi.
Voor het imago van Brussel is het oplossen van de mobiliteitsproblemen een absolute prioriteit.
Wat denkt u hierover? Welke pistes moeten we kiezen om de mobiliteit in Brussel te verbeteren?